Fixatie disparatie en visuele screening
Sommige kinderen hebben meer moeite met leren lezen dan anderen. Ze lezen niet graag omdat de letters wiebelen of omdat ze er erg moe van worden. Het lezen kost ze heel veel energie. Als je ergens naar kijkt moeten beide ogen naar hetzelfde punt kijken (fixeren). Wanneer dit niet goed gebeurt, kijk je niet goed. Dit noemt men Fixatie Disparatie. De ogen werken niet goed samen. Wat de ogen afzonderlijk van elkaar zien, moet samenvloeien tot een beeld. Het fixeren. De ogen moeten dus goed samenwerken om tot een beeld te komen. Als het fixeren niet goed gaat, kan het “zien” in de hersenen problemen geven.
“Kijken” doen we met de ogen en “het zien” met de hersenen.
Fixatie Disparatie kan wazig, bewegend of onduidelijk zicht veroorzaken, maar ook onrustig gedrag.
Hoe herken je een visuele disfunctie?
- Lezen is vaak niet leuk
- Hoofdpijn, ‘oogpijn of leesogen’
- Slordig schrijven
- Zwakke concentratie
- Niet recht schrijven op een vel zonder lijnen
- Hoofd scheef houden tijdens lezen en/of schrijven
- Zwakke spelling
- Aanwijzen van de regel met lezen
- Last van fel licht
- Schoolwerk is vermoeiend
Vaak wordt er aan dyslexie gedacht. De verschijnselen zijn overlappend, maar het verschil is dat dyslexie d.m.v. een training en /bril niet overgaat en een visuele dysfunctie wel!
Bij een standaard oogmeting bij de opticien of oogarts wordt alleen gekeken naar de gezichtsscherpte en de gezondheid van de ogen. Deze oogmeting brengt geen visuele disfunctie aan het licht. Dit kan door een visuele screening wel.
(Bron: www.beeldenbrein.nl)
Niet alleen kinderen met dyslexie, maar ook kinderen met diagnoses (of vermoedens) als AD(H)D, ASS, hoogbegaafdheid en hooggevoeligheid kunnen fixatie disparatie hebben.
Wij nemen een visuele screening af om de visuele vaardigheden te beoordelen. Wij zijn gecertificeerd om een visuele screening af te nemen en om visuele training te geven. De opleidingen zijn gevolgd bij Beeld en Brein, Ciska Beijer en CNLS. Deze visuele screening maakt standaard onderdeel uit van onze aanpak. Als er een lage of verdachte score wordt geconstateerd zal u worden doorverwezen naar een optoloog of functioneel optometrist die een 21 punten test afneemt.
Door middel van de visuele analyse achterhaalt de optoloog of functioneel optometrist, exact hoe het visuele systeem werkt m.b.t. tot het scherpstellen, oogbeweging, overzicht, centrale waarneming, diepte zicht, ruimtelijke oriëntatie en de niveau’s van automatisering. Als er een visuele disfunctie wordt geconstateerd, geeft de optoloog of functioneel optometrist aanvullend door op welk niveau er gewerkt moet gaan worden. Dan kan er gestart worden met de visuele training.